Het Moleneind was het kloppend hart van het Drachtster bedrijfsleven met molens, kalkovens, industrie, melkfabriek, gasfabriek, sigarenfabriekjes, skûtsjeswerf en meer. De vaart lag vol met zeilschepen.
Al rond 1700 stonden er molens langs de Drachtstervaart en de Zuiderdwarsvaart. In de loop van 250 jaar werden ze gebruikt als rogmolen, eekmolen, volmolen, houtzaagmolen, gortpelmolen, graanmolen, oliemolen, run- ofwel schorsmolen, papiermolen en korenmolen.
Zoek op de website www.molendatabase.nl naar Drachten en je vindt 24 molens!
Korenmolen Het Hert (1716), ook bekend als de eerste molen van Durksz, Moleneind Zuidzijde 25
Stellingmolen (1837), de tweede molen van Durksz, Moleneind Zuidzijde 71
Als laatste molen van Drachten afgebroken in 1940
Houtzaagmolen Goet Vooruytsigt (1717), Moleneind Zuidzijde 95
Oliemolen De Nijverheid (1850), Moleneind Noordzijde 90
Het voormalige gemeentehuis dat van 1831 tot 1900 dienst deed.
Het nieuwe gemeentehuis, in gebruik van 1900 tot 1972.
Het restaurant dat er in 1994 opende, gaf het de naam Smelnehûs.
Het wordt nu verbouwd voor appartementen.
Naast het Smelnehûs stond het siedpakhûs (graanpakhuis), gebouwd door Poppe Durks Duursma. Het deed tevens dienst als waag. Rond 1900 had Hendrik Abeles Minkema er een aardappel-brandewijnstokerij. In het pakhuis begon Poppe Durks Duursma later een tabaksfabriek.
Op de achtergrond een gashouder van de gasfabriek aan het Moleneind Noordzijde. In gebruik van 1862 tot de overstap op aardgas in 1953.
Steenkolen werden in skûtsjes aangevoerd en in ovens verhit. Het steenkoolgas ging via leidingen naar straatlantaarns en later ook naar huishoudens. Het was in het begin zeer innovatief.
Bericht in de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 2 februari 1864:
Rotterdam, 1 februari. Heden morgen is aan de fabriek van de heren David Christie & Co. te Kralingen met goed gevolg te water gelaten een nieuw gebouwde ijzeren raderstoomboot, genaamd DRAGTEN. Dit vaartuig, gebouwd voor rekening ener rederij in Friesland, is bestemd om aldaar in de vaart gebracht te worden.[marhisdata]
In 1864 brak het tijdperk van stoom aan. Het eerste door stoom aangedreven schip dat het Moleneind aandeed was raderstoomboot Dragten. De mensen vonden het sensationeel, heel Drachten liep uit om dit wonder te aanschouwen (op de foto hierboven vaart een ander stoomschip).
Notaris en dichter Jan Gelinde van Blom schreef er het volgende gedicht over:
Sûnder wyn en sûnder seilen,
brûst de stomboat troch it wiet.
Oanset troch de damp fan 't wetter,
dat him yn syn binnenst siedt.
Zonder wind en zonder zeilen,
bruist de stoomboot door het nat.
Aangedreven door de damp van het water,
dat in zijn binnenste kookt.
Genoemd naar de roemruchte huisarts Bleeker die er van 1904 tot 1944 zijn praktijk had.
Dr. Bleeker was als eerste in Drachten eigenaar van een automobiel.
Op deze foto uit 1911 wordt de 100-jarige Pake Tosk getrakteerd op een rit in de Adler (dr. Bleeker zelf staat er niet bij). Heel Drachten stroomde toe! [T. de Vries]
Aan Moleneind Zuidzijde 25, waar voorheen de molen Het Hert stond, verrees in 1902 dit sigarenfabriekje van Sietse Oenes Sietzema.
Ook in de huidige gevel zijn de woorden Sigaren en Fabriek nog aanwezig.
Op de hoek van Moleneind Noordzijde en de Oliemolenstraat stond oliemolen De Nijverheid.
Sinds begin 20e eeuw staat enkel de voet van de molen er nog. De Nederlandse Balata Industrie vestigde zich er voor de productie van o.a. rubberen aandrijfriemen en transportbanden.
Het bedrijf werd in 1963 overgenomen door Enerka en enkele jaren later door Dunlop.
Op de hoekgevel toont het koperen kunstwerk Balataboom op molenrad van Jentsje Popma en Jaap de Vries een balataboom (de sap ervan vormt de basis van rubber) en een molenwiel.
Kom gerust met je boot(je) naar Drachten. De passantenhaven aan het Moleneind heeft 26 ligplaatsen. Op de website van De Havengids lees je over alle voorzieningen.
Sinds 1948 is Duimstokkenfabriek Schuil gevestigd aan het Moleneind. Het familiebedrijf heeft er tientallen miljoenen duimstokken geproduceerd. Het bedrijfsgebouw en twee naastgelegen woningen zijn gemeentelijke monumenten.
Het kunstwerk Bouwen is gemaakt door Drachtster beeldend kunstenaar Anne Woudwijk in opdracht van architectenbureau Van Manen en Zwart.
Het is geïnspireerd op de bouwwijze van de Inca's in Midden-Amerika: een zware steen wordt verplaatst door er met een andere steen tegenaan te schuiven [VanderKrogt].
Het zwaard van koning Arthur beeldt strijd en rechtvaardigheid uit. Het is gemaakt door Anne en Roelie Woudwijk in opdracht van vakverbond CNV.
Op het zwaard is een klimop verwerkt waarin vogels nesten bouwen en hun jongen voeden.
Daarmee geeft het ook vrijheid weer alsmede zorg voor de toekomst.
Het kunstwerk stond aanvankelijk aan de Zonnedauw bij de vestiging van het CNV. Nu staat het op de hoek van Moleneind Zuidzijde en de Tjalling Wagenaarstraat.
De zuivelfabriek van LIJEMPF aan Moleneind Zuidzijde rond 1920. De naam LIJEMPF staat voor Leeuwarder IJs- en Melkproductenfabriek.
Ten westen van de Pijpbrug stonden kalkovens. Talloze ladingen schelpen werden in skûtsjes aangevoerd.
De ovens produceerden ongebluste kalk dat werd gebruikt om het land te bemesten. De kalk diende ook als grondstof voor mortel [Gjalt Gaikema, Wâldnet].
De reputatie van Drachten op het gebied van skûtsjebouw is ongeëvenaard. Roorda's werf De Pijp (de piip) aan Moleneind Noordzijde is een van de bekendste werven. Daar werden vanaf 1902 ijzeren skûtsjes gebouwd.
De werf is inmiddels opgeheven. Als aandenken staat er het kunstwerk "It Drachtster Skûtsje" van beeldhouwer Anne Woudwijk met daarvoor een gedenksteen.
Het skûtsje Gerben van Manen, voor velen het mooiste skûtsje van de SKS-vloot. Het is een echte Piipster, gemaakt op de Roorda-werf in 1915.